22 coöperatieve zonnedaken; hoe doen ze dat daar?
Vijf adviezen uit Bodegraven-Reeuwijk
In een paar jaar tijd trok energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk 22 zonnedaken van de grond. Het is het resultaat van veel noeste arbeid door het bestuur. De energiecoöperatie bedacht ook een slimme financiële constructie. Dat hielp allemaal mee, maar de echte succesfactor, volgens voorzitter Jan Bouwens: “Het is handwerk. Met een persoonlijk gesprek kun je vrijwel altijd de bezwaren uit de weg ruimen.”
Jan Bouwens (71), ingepakt in muts, sjaal en handschoenen, komt op een frisse februaridag aangefietst bij het gemeentehuis van Bodegraven-Reeuwijk. Voor de oud-wethouder en raadslid is dit bekend terrein; hij spreekt er vaker af, in het zitje naast het koffieapparaat in de hal. Vandaag gaat het over ‘zijn’ energiecoöperatie. Waar overal in de provincie energiecoöperaties wanhopig op zoek zijn naar daken die groot genoeg en beschikbaar zijn om vol te leggen met zonnepanelen, lijkt het ontwikkelen van projecten voor energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk (EC-BR) lopendebandwerk. Opvallend voor een plattelandsgemeente met 35.000 inwoners. Met 22 zonnedaken, in omvang variërend van 80 tot 700 panelen, is de coöperatie uitzonderlijk productief. Hun jaarlijkse opbrengst: zo’n 1.145 MWh, genoeg voor een kleine 600 woningen.
De propositie is eenvoudig en wijkt niet af van die van andere zoncoöperaties: beste ondernemer, beste gemeente, beste woningcorporatie: jullie hebben een groot dak, mogen wij dat vol leggen met zonnepanelen voor jou én voor ons? Na deze vraag strandt voor veel coöperaties het plan. Zo niet bij EC-BR. Wat is hun geheim? Jan Bouwens: “Dat is er niet. Het blijft duwen en trekken.” Een paar adviezen heeft hij wel:
Ontzorg de dakeigenaar
Het aanbod van de energiecoöperatie aan ondernemers moet onweerstaanbaar zijn. Vastgoedeigenaren hebben in toenemende mate een verplichting om te verduurzamen, al zou die druk vanuit de overheid best wat mogen opgevoerd, vindt Bouwens. Waarom zou je niet aan je verplichtingen mogen voldoen door je dak vol te leggen met panelen? De coöperatie neemt je dat volledig uit handen. Bouwens: “Want daar zit ‘m vaak het probleem. Zo’n man zegt: ik verpak kaas, ik heb helemaal geen tijd voor dat gedoe.” Dus dat gedoe is voor de coöperatie: fondsen vinden, business case opstellen, vergunningen aanvragen, belastingteruggave, dakconstructie doorrekenen. Bouwens: “Er is veel te regelen, maar dat zijn ook allemaal contactmomenten die de kans bieden voor een persoonlijke benadering.” En juist dat werkt goed, zo blijkt. “Wij komen de ondernemers met wie we samenwerken gewoon op straat tegen. ‘Jullie kunnen we tenminste gewoon bellen als er iets is’, horen we dan.”
Als tegenprestatie krijgt de dakeigenaar circa 3 euro per paneel per jaar. Dat is niet voor elke ondernemer interessant. “Een grote ondernemer lacht om 2.000 euro”, zegt Bouwens. “Maar voor een agrariër met een klein boerenbedrijf kan het mooi meegenomen zijn.”
PROFIEL ENERGIECOÖPERATIE BODEGRAVEN-REEUWIJK
Naam: Energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk (EC-BR)
Gemeente: Bodegraven-Reeuwijk (35.000 inwoners)
Opgericht: 2018
Aantal leden: 468 (eind 2023)
Lopende projecten: 22 zon-op-dakprojecten (waarvan 6 postcoderoosprojecten)
In voorbereiding: 3 zon-op-land projecten
Altijd doen: een persoonlijke aanpak
Regel een BNG-lening
Een tweede succesfactor is de financiële constructie die EC Bodegraven-Reeuwijk hanteert. De gemeente staat financieel garant voor elk project waarvan het College de business case heeft goedgekeurd. Daarmee kan de coöperatie een voordelige lening afsluiten bij de BNG Bank. Dat betekent in de praktijk, dat een investeringsbudget altijd binnen handbereik is, óók voor de grotere projecten waarvoor bijvoorbeeld 4 miljoen nodig is. Zo’n borgstelling valt niet onder staatssteun, dus ligt gewoon binnen de mogelijkheden van elke gemeente.
Veel coöperaties halen geld op bij hun leden: je koopt je eigen panelen op een collectief zonnedak en daar krijg je rendement over. Prima investering, maar niet wat EC-BR wil. Zij doen het liever met vreemd vermogen. “We willen niet dat een zonnedak alleen maar loont voor mensen met geld. Daarom kan iedereen bij ons lid worden voor 5 euro per jaar. Je investeert niet, maar deelt wel mee in de jaarlijkse uitkering,” legt Bouwens uit. Daar word je overigens niet rijk van; vorig jaar werd een bedrag van € 30 per persoon uitgekeerd. Maar er is ook een omgevingsfonds van € 7.500, waaruit duurzame projecten binnen de gemeente worden betaald. De leges voor het zonnedak op zwembad De Kuil bijvoorbeeld, en een elektriciteitsaansluiting voor de Hortus Populus, de Bodegraafse pluktuin. De coöperatie heeft verder nog behoorlijk wat inkomsten uit de oude postcoderoosregeling waarbij de energiebelasting wordt teruggestort. En dankzij de SCE-subsidie vangt EC-BR een gegarandeerd tarief voor de geleverde duurzame stroom.
Blijf flexibel en in gesprek
Net als elke energiecoöperatie loopt EC-BR natuurlijk tegen bezwaren en problemen aan in de gesprekken met dakeigenaren. Bouwens geeft een voorbeeld: het recht van opstal is vaak een belemmering om zonnepanelen neer te leggen. Dat heb je als energiecoöperatie nodig om eigenaar van de zonnepanelen op andermans dak te zijn (en te blijven). Wat gebeurt er met dat recht als een ondernemer zijn pand verkoopt? En kan het de verkoop in de weg staan? Dat kan voor de dakeigenaar een reden zijn om er niet aan te beginnen. Bouwens: “Je kunt het recht van opstal meeverkopen. Of we halen de panelen er gewoon tegen die tijd af. Of we verkopen ze aan de nieuwe eigenaar. Er kan van alles, maar het is handwerk. Met een persoonlijk gesprek kun je vrijwel altijd de bezwaren uit de weg ruimen.” Ook veelgehoord: wat als de dakeigenaar op termijn zelf meer stroom nodig heeft en dus meer zonnepanelen wil plaatsen? Bouwens: “Dan koppelen we gewoon een deel van onze panelen los. Daarin zijn we flexibel. We gieten onze afspraken niet in beton. Het belangrijkste is dat je in gesprek blijft.”
Haal kennis in huis
Je moet jezelf de ruimte geven om ervaring op te doen, aldus Bouwens. “Onze eerste overeenkomsten met dakeigenaren zien er echt héél anders uit dan die we tegenwoordig opstellen. Neem alleen al de Scope12-keuring die tegenwoordig vaak door verzekeraars verplicht wordt gesteld. We nemen nu in de overeenkomst op dat dat rapport door de coöperatie betaald wordt.” Hij pleit voor professionalisering; technische en juridische kennis is onontbeerlijk. Een van de zes bestuursleden van EC-BR heeft een achtergrond bij een technisch adviesbureau en kan bijvoorbeeld doorrekenen wat de belasting van een dakconstructie kan zijn. Een ander weet als voormalig CEO bij een groot bedrijf veel van financiële projectontwikkeling en een derde is jurist in ondernemingsrecht. Dat is kennis die je nodig hebt. Nog een advies van Bouwens: “Zorg dat je je archief goed op orde hebt. Het overkomt ons regelmatig dat we een overeenkomst van járen geleden nodig blijken te hebben. Dan is het wel handig als je die kunt terugvinden.”
Beperk je tot wat je het beste kunt
Voor het geval het aanbod aan daken opdroogt, smeedt de coöperatie alweer nieuwe plannen: drie projecten voor zon-op-land dit keer, onder andere een solar carport bij de Reeuwijkse Hout. En morgen stapt Bouwens weer op de fiets voor een kopje koffie met een ondernemer. Het bestuurswerk kost hem twee (onbetaalde) dagen per week. Hij lacht. “Het is gewoon leuk om maatschappelijk actief te zijn. Ik kan me niet voorstellen dat ik thuis zou zitten. De zonnedaken zijn natuurlijk maar een flintertje van wat er zou moeten gebeuren. Maar energiecoaches, energiefixers, een energieloket; we doen het allemaal niet. Zonnedaken zijn al ingewikkeld genoeg.”